Bekijk de brutobedragen voor het minimumuurloon per 1 januari 2025.

Bedragen per 1 januari 2025

Tabel: minimumloon per uur naar leeftijd (brutobedragen per 1 januari 2025)

LeeftijdMinimumloon per uur
21 jaar en ouder € 14,06
20 jaar € 11,25
19 jaar€ 8,44
18 jaar€ 7,03
17 jaar€ 5,55
16 jaar€ 4,85
15 jaar€ 4,22

 

Sinds 2024: Minimumloon per uur

Op 1 januari 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Dat is het brutominimumloon per uur. Het wettelijk minimumuurloon geldt voor alle werknemers vanaf 15 jaar.

Voor alle werknemers van 21 jaar en ouder geldt het vaste minimumuurloon. Voor werknemers van 15 tot en met 20 jaar gelden vaste minimumjeugdlonen per uur. De minimumjeugduurlonen zijn afgeleid van het wettelijk minimumuurloon.

Het loon per week of maand

Sinds 2024 zijn er geen vaste minimum maand-, week- en daglonen meer. Het loon per week of maand hangt af van het aantal gewerkte uren (de arbeidsduur).

Voor de arbeidsduur tellen in elk geval mee:

  • Het aantal gewerkt uren
  • De uren dat verlof is opgenomen
  • De uren dat iemand ziek was (met recht op doorbetaling)

De arbeidsduur kan elke maand anders zijn. Dat komt doordat de ene maand meer werkdagen heeft dan de andere.

Wilt u weten hoe u dit in Freepack eenvoudig wijzigt voor alle lopende uitzendingen? Lees hiervoor de update documentatie en/of neem contact op met onze helpdesk.

De invoering van de Wet Toelating Terbeschikkingstelling van Arbeidskrachten (WTTA) heeft opnieuw vertraging opgelopen. Justis, de instantie die belast is met de uitvoering van deze wet, meldt dat het niet mogelijk is om binnen de geplande termijn volledig aan alle eisen voor een effectieve uitvoering te voldoen.

Het uitstel is grotendeels het gevolg van meerdere uitdagingen die Justis tegenkomt in de uitvoering van de WTTA, zoals gedocumenteerd in hun uitvoeringstoets. Voor een soepele implementatie is een gefaseerde aanpak van vier jaar nodig, waarbij Justis aangeeft dat een duidelijke prioritering op basis van inspectierapporten essentieel is. Dit voorkomt overbelasting en maakt een gestructureerde invoering mogelijk. Bovendien adviseert Justis om het stelsel binnen twee jaar na de start te evalueren om bij te sturen waar nodig en de haalbaarheid te waarborgen.

De krapte op de arbeidsmarkt speelt eveneens een rol in het uitstel. Het blijkt moeilijk om het benodigde personeel aan te trekken, wat cruciaal is om de wet tijdig en effectief te implementeren.

Naast personele uitdagingen zijn er ook financiële en ICT-gerelateerde obstakels die hinderen bij de implementatie van de WTTA. Op dit moment is de uitvoering van de wet projectmatig gefinancierd, maar een structurele financiering is noodzakelijk om de continuïteit van het stelsel te waarborgen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) moet daarom op termijn beslissen over de financiering en eventuele leges.

Op woensdag 18 september vond er een belangrijke bijeenkomst plaats bij de NBBU/ABU met diverse softwareontwikkelaars. Ook Freepack was hierbij aanwezig. Het belangrijkste onderwerp van dit overleg was het PKS-systeem, in het bijzonder de afhandeling van de rekening courant, en wat dit betekent voor bedrijven die huisvesting aanbieden aan hun werknemers. De implementatie van het PKS-systeem krijgt een steeds prominentere plek en is voor 2025 een cruciale stap.
In dit artikel nemen we je mee door de nieuwe regels, geven we een eenvoudig voorbeeld en leggen we uit waarom je je moet verdiepen in het PKS-systeem als je werknemers huisvesting aanbiedt.

Maximale Inhouding voor Huisvesting

De wetgeving mag er vanaf 2025 maximaal 25% van het minimumuurloon worden ingehouden voor huisvesting. Dit komt neer op het volgende: bij een minimumuurloon van €13,68 en een 40-urige werkweek, is het maximale bedrag dat je mag inhouden €136,80 per week. Voor bedrijven die via het PKS-systeem werken, betekent dit dat de huur voor huisvesting, bijvoorbeeld €120 per week, hier binnen valt en kan worden ingehouden.
Maar wat als het loon van de werknemer lager is dan verwacht? Hier komt de rekening courant in beeld.

Voorbeeld: Werknemer met Minimumloon

Stel je voor, een werknemer werkt vanaf 2 januari en verdient het minimumloon. In de eerste week werkt deze werknemer 20 uur. Het brutoloon (dat we voor het gemak gelijkstellen aan het nettoloon) is dan 20 uur x €13,68 = €273,60.
In dit geval is de huur €120 per week. Volgens de wetgeving mag maximaal 25% van het loon ingehouden worden voor huisvesting. In dit geval is 25% van €273,60 gelijk aan €68,40. Dit bedrag kan dus worden ingehouden. Het resterende bedrag van €51,60 kan echter niet ingehouden worden. Dit wordt gereserveerd in een potje om later verrekend te worden, mits dat binnen vier weken mogelijk is.

Kwijtschelding Na Vier Weken

Als de resterende €51,60 niet binnen week 2, 3 of 4 verrekend kan worden door hogere inkomsten van de werknemer, moet dit bedrag worden kwijtgescholden.

Belangrijke Stappen voor 2025: Ga aan de Slag met het PKS-systeem

Het is belangrijk om te weten dat Freepack momenteel druk bezig is met de implementatie van de nieuwe regels voor huurverrekening die per 2025 van kracht zullen zijn. Bedrijven die huisvesting aanbieden aan werknemers, doen er goed aan zich tijdig te verdiepen in het PKS-systeem en de afhandeling van de rekening courant.
Bied jij huisvesting aan jouw werknemers? Dan is het cruciaal om vóór 2025 met het PKS-systeem aan de slag te gaan. Zonder dit systeem mag je namelijk slechts maximaal 20% van het minimumloon inhouden voor huisvesting. Dit kan betekenen dat je een deel van de kosten zelf moet dragen als je het PKS-systeem niet op tijd hebt geïmplementeerd.

Conclusie

Met de komst van 2025 en de nieuwe regelgeving is het belangrijker dan ooit om te zorgen dat je voorbereid bent op de huurverrekening via het PKS-systeem. De maximale inhoudingen voor huisvesting zijn vastgelegd en je moet rekening houden met de regels voor kwijtschelding van niet-ingehouden bedragen.
Blijf op de hoogte van updates en zorg ervoor dat je op tijd klaar bent voor deze veranderingen. Zo voorkom je verrassingen en zorg je voor een correcte administratie van de huisvestingskosten voor jouw werknemers.
Heb je nog vragen over de implementatie van het PKS-systeem of hoe deze nieuwe regels jouw bedrijf zullen beïnvloeden? Neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag verder!

Vanaf 1 januari 2026 krijgen uitzendkrachten een nieuwe pensioenregeling. Deze regeling is overeengekomen door de werkgeversorganisatie NBBU en ABU en de vakbonden FNV, CNV en De Unie (sociale partners). De keuzes en de afspraken die hierover gemaakt zijn, zijn uitgewerkt in een transitieplan. Hierbij rekening houdend met de Wet toekomst pensioenen.

De regeling is sterk verbeterd zoals afgesproken in de cao-onderhandelingen. Een overzicht van deze afspraken evenals het volledige transitieplan is te vinden op de sites van de ABU, NBBU en StiPP.

Kort samengevat is er vanaf 2026 nog maar één pensioenregeling. Werkgevers gaan 15,9% pensioenpremie betalen, uitzendkrachten gaan 7,5% pensioenpremie betalen. Uiteraard gaat Freepack tijdig aan de slag om de wijzigingen per 2026 door te voeren. Wij houden u op de hoogte van de vorderingen.

Wilt u weten hoe uw organisatie altijd blijft voldoen aan alle wijzigingen op gebied van wet- en regelgeving? Neem dan contact met ons op voor een demonstratie, via de link onderaan deze pagina.

Er is een nieuw akkoord bereikt voor de uitzend CAO, tussen de ABU, NBBU en de werknemersvakbonden. Deze CAO gaat in met terugwerkende kracht per 1 april 2024. De exacte CAO teksten zijn 11 juli gepubliceerd.

De CAO is aangemeld bij het Ministerie SZW en verzocht om ‘algemeen verbindend’ te verklaren.

De grootste wijzigingen gaan per 1 januari 2025 in en hebben betrekking op:

  • ET regeling
    • De uitruil van loon vindt alleen nog plaats tegen 100%, de uitruil van 81% vervalt.
    • Over het uitgeruilde loon vinden voor zover van toepassing opbouw reserveringen voor vakantiebijslag, vakantiedagen, kort verzuim en feestdagen plaats.
  • Huisvesting
    • Op het gebied van huisvesting is een Prijs Kwaliteit Systeem (PKS) geïntroduceerd om het (maximum) bedrag te kunnen bepalen wat in rekening gebracht mag worden voor huisvesting.
    • Er mag geen negatief rekening courant meer ontstaan op de inhouding huisvesting. Indien in een periode van vier weken een schuld naar aanleiding van de inhouding huisvesting ontstaat, mag dit niet later alsnog verrekend worden.
  • Bouw
    • Uitzendkrachten in de bouw kunnen eerder stoppen met werken, maximaal 3 jaar voor AOW pensioenleeftijd

Een grote wijziging die per 1 januari 2026 ingaat heeft betrekking op de pensioenregeling. Per die datum is er nog maar één pensioenregeling. Werkgevers gaan 15,9% pensioenpremie betalen, uitzendkrachten gaan 7,5% pensioenpremie betalen.

Uiteraard is Freepack al aan de slag om de wijzigingen per 2025 in het systeem in te bouwen. Wij houden u op de hoogte van de vorderingen. Wilt u weten hoe uw organisatie altijd blijft voldoen aan alle wijzigingen op gebied van wet- en regelgeving? Neem dan contact met ons op voor een demonstratie, via de link onderaan deze pagina.

Er zijn belangrijke veranderingen doorgevoerd door de Stichting Normering Arbeid (SNA) op het gebied van de bemiddeling van ZZP’ers. Deze wijzigingen hebben betrekking op de normeisen en zijn bedoeld om de processen rondom bemiddeling en tussenkomst duidelijker en transparanter te maken.

Er zijn twee soorten samenwerkingen

Bij het werken met ZZP’ers kun je te maken krijgen met twee soorten samenwerkingsvormen: bemiddeling en tussenkomst. Bij beide vormen zijn er drie partijen betrokken: de ZZP’er, het uitzendbureau en de opdrachtgever. Hoewel deze termen vaak door elkaar worden gebruikt, zijn de verschillen significant en belangrijk om te begrijpen.

Bemiddeling

In een bemiddelingsrelatie sluit de ZZP’er direct een contract met de opdrachtgever. Het uitzendbureau speelt hier een ondersteunende rol door de ZZP’er en opdrachtgever met elkaar in contact te brengen. Bovendien kan het tussenbureau de facturatie afhandelen namens de ZZP’er, hoewel de factuur feitelijk door de ZZP’er zelf wordt uitgestuurd. Dit betekent dat het tussenbureau niet direct factureert aan de opdrachtgever, maar slechts als een doorgeefluik fungeert.

Kenmerken van Bemiddeling:

  • ZZP’er heeft een direct contract met de opdrachtgever.
  • Het tussenbureau faciliteert de ontmoeting tussen ZZP’er en opdrachtgever.
  • Facturatie kan namens de ZZP’er worden gedaan, maar niet door het tussenbureau zelf.

Tussenkomst

Bij tussenkomst neemt het tussenbureau een opdracht aan van de opdrachtgever en vervolgens schakelt het de ZZP’er in om het werk uit te voeren. In dit geval factureert het tussenbureau de opdrachtgever en de ZZP’er factureert op zijn beurt het tussenbureau. Dit creëert een extra laag tussen de ZZP’er en de opdrachtgever, waarbij het tussenbureau een meer centrale rol speelt in zowel de opdrachtverwerving als de financiële afhandeling.

Kenmerken van Tussenkomst:

  • Het uitzendbureau sluit een contract met de opdrachtgever.
  • Het uitzendbureau factureert de opdrachtgever.
  • De ZZP’er factureert het uitzendbureau voor de geleverde diensten.

Wat betekenen de wijzigingen van de SNA?

De aanpassingen door de SNA zijn bedoeld om de processen rondom deze twee vormen van samenwerking te standaardiseren en te verduidelijken. Dit zorgt ervoor dat zowel ZZP’ers als tussenbureaus beter begrijpen wat er van hen wordt verwacht en hoe zij aan de normeisen kunnen voldoen. Door deze aanpassingen is het nu eenvoudiger om te bepalen welke vorm van samenwerking het beste past bij jouw situatie en hoe je deze correct kunt inrichten. Dit kan bijdragen aan een meer gestructureerde en transparante werkwijze, wat uiteindelijk de samenwerking tussen alle partijen ten goede komt.

Meer weten?

Heeft u vragen over hoe u ‘tussenkomst’ en/of ‘bemiddeling’ het beste kunt inrichten in ons pakket? Neem dan contact met ons op. We helpen graag om de juiste keuzes te maken en aan de nieuwste normeisen te voldoen.

woon-werk verkeer

Heeft uw organisatie 100 of meer werknemers (inclusief uitzendkrachten) in dienst? Dan bent u vanaf 1 juli 2024 verplicht te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van uw werknemers.

Nederland heeft in het klimaatakkoord afgesproken de CO2-uitstoot te verminderen. Een van de afspraken is dat werkgevers met 100 of meer werknemers gaan rapporteren over hun jaarlijkse CO2-uitstoot door werkgebonden personenvervoer. Er is voor aankomende jaren een maximum CO2-uitstoot bepaald. Door middel van verkregen gegevens uit de rapportage wordt bekeken of er onder dit plafond gebleven wordt.

Rapportage en gegevensverzameling

Werkgevers met meer dan 100 werknemers zijn verplicht een opgave te doen van het totaal aantal gereisde kilometers door werknemers voor de organisatie. Welke gegevens dit zijn en hoe ze aangeleverd moeten worden staat beschreven in de handreiking ‘Gegevensverzameling werkgebonden personenmobiliteit’. Denk daarbij aan de afgelegde kilometers van huis naar de werkplek en gegevens over het vervoersmiddel. Omdat het voor de meeste uitzendbureaus lastig is om deze gegevens bij te houden, is er een extra handreiking gemaakt voor de uitzendbranche.

Aanvulling voor de uitzendbranche

De reizen van werknemers van een uitzendbureau of detacheringsbureau naar verschillende locaties bij opdrachtgevers, worden beschouwd als woon-werk verkeer. Voor uitzendkrachten is vastgesteld dat uitvragen volgens de handreiking op veel praktische problemen stuit, zo kan de standplaats per dag verschillen evenals het vervoermiddel. Vandaar dat er een aangepaste methode is opgesteld. U vindt deze methode voor de uitzendbranche op de website van RVO. De methode is gebaseerd op 37-posten. Deze methode kan gebruikt worden voor de zakelijke kilometers evenals voor het woon-werkverkeer van uitzendkrachten.

Verder is er een aantal aanvullende richtlijnen:

– De uitzendonderneming is verantwoordelijk voor de rapportage, niet de inlener.
– De 37-posten methode is alleen van toepassing op uitzendkrachten niet op het vaste personeel.
– Uitzendkrachten met uitzendbeding zijn uitgezonderd.
– Uitzendkrachten met minder dan 4,62 contracturen per week, zijn uitgezonderd.

In de handreiking ‘Aanvulling uitzendbranche op de handreiking’ staat hoe u de gegevens voor de uitzendbranche verzamelt.

Tijdsplanning

  • Zondag 30 juni 2024
    Tot en met deze datum is rapporteren niet verplicht. Vrijwillig rapporteren kan wel. Zo ontdekt u de CO2-uitstoot van werkgebonden personenvervoer van uw organisatie.
  • Maandag 1 juli 2024
    Vanaf deze datum moeten organisaties met 100 of meer werknemers verplicht gaan rapporteren. Zorg dat uw administratie op orde is om gegevens in te dienen in 2025. U kunt (in 2025) kiezen om te rapporteren over alleen de 2e helft van 2024, of over heel 2024.
  • Woensdag 1 januari 2025 en maandag 30 juni 2025
    Als organisatie met 100 of meer werknemers kunt u vanaf woensdag 1 januari 2025 de gegevens indienen. De laatste dag dat dit kan is maandag 30 juni 2025. Stuur uiterlijk op deze datum de gegevens in over de 2e helft van 2024, of heel 2024. Geef op het online formulier aan welk van de 2 opties u kiest.
  • Donderdag 1 januari 2026
    Vanaf 2026 is het verplicht om jaarlijkse te rapporteren.

Heeft u vragen?

Zoals u merkt wordt de regeldruk en administratielast alsmaar zwaarder. Ondanks de aanvulling op de handreiking voor de uitzendbranche, moet er extra werk verzet worden om alle gegevens bij te houden en te verwerken in de rapportage. Ook voor het invullen van de rapportage zult u extra tijd kwijt zijn. Uiteraard staan wij klaar om vragen over dit onderwerp te beantwoorden en te helpen met het inrichten van uw administratie, zodat u kunt blijven voldoen aan veranderende wet- en regelgeving.

Wilt u weten hoe u in Freepack eenvoudig de gereden kilometers kunt bijhouden? Lees hiervoor de update documentatie en/of neem contact op met onze helpdesk.

Op 1 januari 2024 is het wettelijk minimumuurloon ingevoerd. Dat is het brutominimumloon per uur. Het wettelijk minimumuurloon geldt voor alle werknemers vanaf 15 jaar. Het loon per week of maand hangt af van de arbeidsduur. Als er een vaste arbeidsduur per week is afgesproken met uw werknemer, dan is het mogelijk om een vaste maandbetaling af te spreken. Er zijn geen vaste minimum maand-, week- en daglonen meer.

Minimumloon per uur voor alle werknemers

Sinds 1 januari 2024 is de werkgever volgens de wet verplicht om werknemers per uur minimaal het minimumuurloon te betalen. Er geldt altijd 1 vast minimumuurloon voor alle werknemers van 21 jaar en ouder. Voor werknemers onder 21 jaar gelden sinds 1 januari 2024 vaste minimumjeugdlonen per uur. Deze minimumjeugduurlonen zijn afgeleid van het wettelijk minimumuurloon. Net als in 2023.

Hieronder volgen de twee tabellen met het minimumloon per uur van 2024.

Bedragen per 1 juli 2024

Tabel: minimumloon per uur naar leeftijd (brutobedragen per 1 juli 2024)

LeeftijdMinimumloon per uur
21 jaar en ouder € 13,68
20 jaar € 10,94
19 jaar€ 8,21
18 jaar€ 6,84
17 jaar€ 5,40
16 jaar€ 4,72
15 jaar€ 4,10

Bedragen per 1 januari 2024

Tabel: minimumloon per uur naar leeftijd (brutobedragen per 1 januari 2024)

LeeftijdMinimumloon per uur
21 jaar en ouder € 13,27
20 jaar € 10,62
19 jaar€ 7,96
18 jaar€ 6,64
17 jaar€ 5,24
16 jaar€ 4,58
15 jaar€ 3,98

Wilt u weten hoe u dit in Freepack eenvoudig wijzigt voor alle lopende uitzendingen? Lees hiervoor de update documentatie en/of neem contact op met onze helpdesk.